zondag 4 februari 2018

Pronomina

Er zijn acht soorten prononima:

  1. pronomen personale of persoonlijk voornaamwoord:
    ik, mij, zij, jullie, het, ‘m etc.
  2. possessief pronomen of bezittelijk voornaamwoord:
    mijn, jouw, d’r, onze etc.
  3. demonstratief pronomen of aanwijzend voornaamwoord:
    deze, die, dit, dat, zo’n etc.|
  4. interrogatief pronomen of vragend voornaamwoord:
    wie, wat, welke, wat voor een
  5. relatief pronomen of betrekkelijk voornaamwoord:
    die, dat, wie, wat, wiens
  6. indefiniet pronomen of onbepaald voornaamwoord:
    iemand, niemand, iets, niets, alle, iedereen etc.
  7. reflexief pronomen of wederkerend voornaamwoord:
    me, je, u, zich, ons, zichzelf, jezelf etc.
  8. reciproque pronomen of wederkerig voornaamwoord:
    elkaar, mekaar